Mounted Archery Association of the Netherlands

Hoe train je jouw paard?

Train jouw paard voor mounted archery

Achtergrond van desensibilisatie en hoe paarden leren

Paarden zijn geprogrammeerd om veranderingen in hun omgeving eng te vinden; zo blijven ze veilig in het wild. Ze moeten leren dat deze veranderingen hun niet aanvallen en dat ze er niet van aan moeten trekken. Dit is ons werk als we onze paarden desensibiliseren. Een paard die een reactie geeft, is niet ondeugend, brutaal, dom, ‘hengstig’ of probeert ons in verlegenheid te brengen voor de rest van de club. Ze vertellen ons gewoon dat ze deze nieuwe situatie spannend vinden en is het aan ons om ze er doorheen te helpen.

Desensibilisatie gaat over het geleidelijk blootstellen van je paard aan nieuwe en potentiele enge voorwerpen en hem leren dat dit oké is, dus het is belangrijk dat je werkt op het tempo van je paard. Sommige paarden zullen het snel oppakken, andere hebben misschien veel tijd en geruststelling nodig. Je beste leidraad is om te kijken naar de reacties van je paard en deze kunnen heel subtiel zijn: snel bewegende oren, meer wit rond het oog dan normaal en spanning in de nek zijn allemaal voorbeelden van tekenen dat het paard een beetje angstig gaat worden. Wij willen niet wachten tot het paard volledige vlucht drang krijgt tot wij ons realiseren dat wij te ver zijn gegaan. Als je denkt dat ze angstig worden, moet je het wat rustiger aan doen en een paar stappen terug nemen. Het is veel beter om het rustig aan te doen als het paard rust en ontspanning toont, dan om ze verder te pushen waar ze zich niet comfortabel bij voelen.

Aan de slag

Veiligheid voor alles! Draag een helm, zelfs ook als je op de grond staat naast het paard. Handschoenen kunnen ook handig zijn, voornamelijk als je paard plotseling schrikt en het halstertouw of teugels uit je handen trekt.

Onthoud dat paarden onvoorspelbaar kunnen zijn, zorg ervoor dat er genoeg bewegingsruimte is en probeer spullen die je niet gebruikt uit het zicht te halen van je paard. Probeer de ruimte vanuit het perspectief van het paard te bekijken: Als ze schrikken, zullen ze dan ergens op landen, kunnen er dingen op hen klappen of vallen, zullen ze zichzelf (of jou) verwonden, wat kunnen ze zien dat eng of afleidend kan zijn?

Alle paarden reageren anders, als je het paard goed kent, kun je misschien voorspellen hoe ze zullen reageren, maar alle uitrusting voor boogschieten te paard is nieuw voor een paard. Zelfs een rustig paard kan op nieuwe dingen reageren.

Desensibilisatie van verschillende onderdelen

Training met de doelpakken

Laten we beginnen met iets makkelijks. Zet een paar doelen neer en laat het paard rond de arena lopen. Je kunt dit te paard doen of vanaf de grond je paard begeleiden. Als het paard zich op afstand goed voelt, laat ze dan wat dichterbij komen, maar ze moeten dit vrijwillig doen, dwing je paard niet dichterbij te komen als ze zich zorgen maken. Met een vriendelijke stem aanmoedigen en over de hals wrijven zal hen helpen om doelen te associëren met iets aangenaams. Wees niet te snel om verder te gaan, laat het paard even staan en ontspannen om deze nieuwe prikkel te verwerken.


Als je paard eenmaal rustig en zonder schrik langs de doelen kan rondlopen, is de volgende stap om de doelen in andere posities of locaties neer te zetten: op de grond voor offside shots, hoog voor tower shots, misschien buiten waar ze flapperig kunnen zijn. Ga er niet van uit dat je paard op één dag gewend is geraakt aan de doelen.

Het kan geen kwaad om je training af en toe te herhalen, vooral als je paard een tijdje niet betrokken is geweest bij het boogschieten.

Training met de boog

Als je paard eenmaal vrolijk langs de doelen loopt zonder te reageren of gewillig naar een doel toe loopt en eraan snuffelt, zijn we klaar om naar een hogere versnelling te schakelen. Vervolgens moeten we ons paard kennis laten maken met de boog. Net als bij het doelwit beginnen we met de boog op een afstand. Als het paard zich eenmaal op zijn gemak voelt met de boog die van hem af beweegt, kunnen we de boog wat dichterbij halen. Zoals eerder, let op de signalen van je paard, zijn ze alert en geïnteresseerd, of zijn ze angstig en proberen ze weg te lopen van de boog? Dit gedrag kan subtiel zijn zoals het hoofd wegdraaien of met het lichaam de andere kant op leunen. Als ze spanning vertonen, neem dan een paar stappen terug en wacht tot ze meer ontspannen zijn. Veel kriebelen, aaien en af en toe wat lekkers geven kun je als beloning geven zoals je dit normaal ook doet tijdens trainingen.

Uiteindelijk willen we het paard kunnen benaderen met de boog zonder dat ze reageren. De volgende stap is de boog om hen heen laten bewegen – onthoud dat ze uiteindelijk blij moeten zijn met de boog die boven de schoft en om hen heen beweegt. Laten we beginnen met de boog zachtjes te strelen langs de schouders en nek. Dit kunnen we het beste doen vanaf de grond, waar we gemakkelijk kunnen stoppen en dingen een beetje terug kunnen draaien als het paard zich zorgen maakt. Vergeet niet om te stoppen en het paard te laten ontspannen. Geef beloningen als dat nodig is!

Als het paard eenmaal blij is om helemaal aangeraakt te worden met de boog en niet reageert als wij het rond zijn hoofd en nek zwaaien (pas op dat je hem er niet mee slaat, dat is een goede manier om helemaal opnieuw te beginnen!) Dan is het tijd om vanaf het paard de oefeningen te herhalen. Begin in stap met een losse teugel en draag de boog. Het kan handig zijn om iemand naast het paard te laten lopen. Hij/zij kan de reactie van het paard in de gaten houden.

Ons volgende doel is om de boog heen en weer te bewegen langs de zijkant van het paard (zonder het paard echt aan te raken). De boog kun je van hand wisselen en doen alsof je een schot neemt terwijl het paard ontspannen blijft en niet reageert. Als we dat eenmaal onder de knie hebben, kunnen we de stappen verhogen naar draf en galop. De hele tijd moeten we aandacht besteden aan wat ze doen: zijn hun oren ontspannen en slap of luisteren ze naar ons? Blijven ze in hetzelfde tempo, ongeacht wat we doen? Ons paard moet volledig ontspannen zijn met de boog en de bewegingen accepteren. Vergeet niet om tussendoor te stoppen en het paard te belonen (tijd om te ontspannen, nek en schoft aaien of kriebelen etc.).

Sommige paarden kunnen kalm en ontspannen zijn als de boog om hen heen beweegt, maar worden gespannen en angstig als we de pees uittrekken. Paarden kunnen sensitiever reageren als de ruiter gewicht en spanning in het lichaam gebruikt. Het is dus een goed idee om dit ook te oefenen, eerst de pees half uit trekken en dan voluit. Herhaal dit in stap, draf en galop, voordat wij de pijlen introduceren. Werk op het niveau van comfort van het paard en zorg ervoor dat ze volledig comfortabel zijn voordat je de druk verhoogt.

Normaliseer de boog rond je paard. Als je toegang hebt tot privéterrein waar je kunt rijden, kun je hem misschien een keer meenemen op een weiland (vooral als je ambities hebt om hunt tracks te rijden!). Heb je dat niet, kun je je boog altijd meenemen naar de manege of pensionstal. Je kunt je paard ook al in zijn stal laten wennen aan de boog door bijvoorbeeld het te laten zien tijdens het poetsen of zadelen. Let op, draag geen gespannen boog op de openbare weg! Het kan worden beschouwd als een wapen.

Training met de pijlen

Van alle beelden en geluiden van boogschieten, kunnen de pijlen het meest alarmerend zijn voor het paard. De pijlen maken vreemde ratelende geluiden op hun rug, zingen als ze van de pees afkomen en kunnen plotseling snel bewegen in hun zichtveld.

Introduceer de pijlen net als met de doelen en de boog – laat iemand de pijlen op een afstand vasthouden en laat diegene ermee ratelen, schrapen of tikken. Geef het paard de tijd om te kijken en te leren dat de pijlen hem geen pijn zullen doen. Als ze angstig worden, neem dan afstand en verminder het geluid dat je maakt met de pijlen. Als ze meer vertrouwen hebben, breng ze dan wat dichterbij.

Zodra het paard ontspannen is met pijlen op een afstand, kun je de pijlen dichter bij het paard brengen. Net als met de boog streven we ernaar om het paard zachtjes over het hele lichaam te kunnen wrijven met de pijlen zonder dat ze reageren. Als we verkeerd schieten of pijlen laten vallen tijdens het rijden, willen wij niet dat het paard reageert, dus nemen wij de volgende stap om de pijlen te gooien rondom het paard. Pas op dat je het paard er niet mee raakt! Kriebel, aai of beloon het paard, geef hem de tijd om te ontspannen.

Als het paard eenmaal ontspannen is rondom pijlen is het ook verstandig om de paarden te laten wennen aan de quivers of als iemand je pijlen aan geeft. Zoals met elk nieuw ding hier werk je stap voor stap door op het tempo waar je paard zich comfortabel bij voelt en beloon je het paard voor het ontspannen blijven. Als het paard oké is met pijlen in stap, kun je dan ook overgaan naar draf en galop zonder dat het paard ongerust wordt?

Het geluid van pijlen die van de boog af vliegen en in een doel dreunen kan een heel ongewone en alarmerende ervaring zijn voor een paard. Zorg er eerst voor dat iemand anders vanaf de grond schiet naast het paard – op deze manier kun je het paard eerst laten wennen op afstand. Dan kun je overgaan op het rijden en langs iemand lopen die vanaf de grond schiet. Als het paard eenmaal blij in stap of draf langs iemand loopt die aan het schieten is, is het tijd om alles op een rijtje te zetten!

Tijd om te gaan schieten!

Het samenbrengen

Als je paard is gedesensibiliseerd voor elk ongewoon stukje materiaal, dan is de volgende stap om hem te laten wennen aan het schieten vanaf zijn rug. Het is ideaal om iemand op de grond naast je paard te hebben lopen. Hij/zij kan voor jou opletten hoe het paard reageert en je op tijd laten weten of je door moet gaan of een paar stappen terug moet doen. Zij kunnen je paard ook geruststellen en belonen terwijl jij je handen vol hebt!

Splits de schietactie op in elk onderdeel en oefen elke stap afzonderlijk terwijl het paard over de schietbaan loopt (de boog heffen, een pijl uit de koker trekken, een pijl nocken, de pees aantrekken, schieten). Misschien moet je elke actie een paar keer herhalen totdat het paard ontspannen is en dan pas overgaan op de volgende actie.

Uiteindelijk willen wij alles samenvoegen en een pijl afschieten tijdens het stappen. Sommige paarden zullen er helemaal niet van onder de indruk zijn, andere paarden zullen het plotselinge suizen van een boog van hun rug eerder alarmerend vinden. Maar als we aandacht besteden aan ons paard, in zijn tempo werken en het belonen en tijd geven om te ontspannen, zal het paard het hele proces al snel aankunnen. Oren die zachtjes heen en weer bewegen en de aandacht bij ons hebben zijn allemaal goede tekenen. Vergeet niet om het paard te belonen, hij zou hier net zo van moeten genieten als wij.

Als het allemaal volgens plan is gegaan, is het tijd om het tempo en de variatie in schoten op te voeren. Schoten van opzij en van achteren worden meestal het beste verdragen door paarden, dus misschien moet je werken aan meer desensibilisatie voor schoten van voren dan voor andere typen schoten.

Sommige paarden moeten rechts- en linkshandig door de schietbaan lopen omdat sommige ruiters ook linkshandig zijn met schieten. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat ze ongevoelig zijn voor schoten aan beide kanten. Desalniettemin is het een goede oefening om ook met de niet-dominante hand te schieten.

Tips en Tops

Terwijl wij bezig zijn geweest met desensibiliseren is het handig om te onthouden dat we in onze stijgbeugels willen staan om te schieten, dus het is ook een goed idee om ons paard dit te leren. Sommige paarden interpreteren staan in de beugels als een signaal om sneller te willen gaan. Dit is misschien niet wat wij willen! Het is dus ook een goed idee om ons paard te leren dat dit geen ‘versnelling’ is. Dit kun je eventueel oefenen tijdens buitenritten of in elke andere situatie.

Desensibilisatie training is niet alleen voor boogschieten! We kunnen deze aanpak gebruiken voor alles wat nieuw of ongewoon is voor je paard.

Counterconditionering

Als je paard helaas een slechte ervaring heeft met de boogschiet materialen, kunnen ze een associatie vormen tussen deze voorwerpen en de pijn of angst die zij ervaren. In de leertheorie wordt dit ‘klassieke conditionering’ genoemd. Hoewel de boog of pijl misschien niet de angst of pijn veroorzaakt, legt het paard een verband tussen de emotie en het voorwerp. Ze beginnen boogschiet materialen te zien als een gevaar. Om dit te verhelpen, moeten we misschien meer doen dan alleen desensibiliseren en kunnen wij eventueel ‘counterconditionering’ proberen. Wij willen de relatie tussen boogschieten en de emoties van het paard opnieuw opbouwen, zodat het paard een nieuwe, positieve associatie krijgt om de vorige conditionering of aangeleerde associatie ’tegen te gaan’.

Hier moeten we de ‘geconditioneerde prikkel’ (de dingen waar het paard nu bang voor is) koppelen aan iets positiefs, zodat het paard leert dat dit eigenlijk goede dingen zijn. We kunnen dus opnieuw beginnen zoals we deden bij het desensibiliseren, maar als het enge ding wordt gepresenteerd, belonen we het paard onmiddellijk. We zijn niet meer op zoek naar een beloning voor het paard als het ontspannen en geïnteresseerd is. We moeten nu op deze manier veel vaker belonen. Geef je paard genoeg lekkers tot hij begint uit te kijken naar het zien van het enge ding.

Elke keer dat het enge ding in de buurt is, moet het paard beloond worden. Dit kan betekenen dat je het meerdere keren op een veilige afstand laat zien, telkens met een beloning, zodat het paard geleidelijk leert dat het ding eerst eng was maar in feite een heel goed object is om bij in de buurt te zijn. Dwing het paard niet om met het enge ding om te gaan. Laat ze het op hun eigen tempo doen totdat ze zich op hun gemak voelen, waarbij je aandacht besteedt aan alle angst- en angstsignalen of ontspannen en tevreden signalen die ze aan je geven. Het is veel moeilijker om een slechte ervaring te vervangen door een goede, dus dit kan veel langer duren dan desensibilisatie. Houd alle associaties positief en probeer niets te overhaasten of je paard te straffen voor zijn angst, uiteindelijk kom je er wel.

Tip en tops: Het is veel gemakkelijker om een paard positieve associaties aan te leren dan de gevolgen van een slechte ervaring ongedaan te maken. Soms gebeuren deze dingen, maar als we kunnen voorkomen dat het paard negatieve associaties ontwikkelt met onze boogschiet materialen, de omgeving waarin we trainen of schieten, zal het leven voor jullie allebei makkelijker en leuker zijn.

Tot slot

Zelfs het best getrainde en gedesensibiliseerde paard kan een slechte dag hebben. Misschien is het een nieuwe omgeving of een winderige dag waarop alles nog enger en angstiger lijkt. Misschien was er een nieuw paard in de wei of gebeurde er iets onverwachts op het erf. Helaas kan dit ook het geval zijn als je op concours bent, een concours vol nieuwe en ongewone ervaringen die zelfs het meest relaxte paard alarmerend kan vinden.

Probeer je paard hier niet doorheen te jagen of hem de schuld te geven dat hij het niet zo goed doet als gewoonlijk. Er is meestal een reden voor, ook al weten we niet wat dat is of waren we er niet bij. Je paard is zeker niet ondeugend of probeert je voor schut te zetten. Door nog een paar desensibiliserende trucjes te doen en ontspannen en kalm gedrag te belonen, zou je paard zich zelfverzekerder moeten voelen en begrijpen dat niets hem opjaagt of verwondt.

Maar soms is het ook goed om te weten wanneer je er een punt achter moet zetten. Een bang en paniekerig paard is niet veilig om bij in de buurt te zijn, vooral niet als je pijl en boog in je handen hebt en je paard niet je volledige aandacht kan geven. Neem de tijd om naar je paard te luisteren en met hem/haar samen te werken, dat is wat goede paardenmensen zouden moeten doen. Het gaat er NIET om het paard te leren ‘ermee weg te komen’, maar om gevoelig en ontvankelijk te zijn voor de behoeften van je paard en om jullie beiden en anderen in de buurt van het paard veilig te houden. Onthoud dit goed: Het hoort leuk te zijn voor jou en je paard!